Home / Blog / Hoe kunnen we leerlingen én leerkrachten op een goede manier evalueren in het gepersonaliseerd onderwijs?

Hoe kunnen we leerlingen én leerkrachten op een goede manier evalueren in het gepersonaliseerd onderwijs?

Posted on

Vervolg op blog nr. 3 “Help! Hoe hou ik grip op de ontwikkeling van de leerling bij gepersonaliseerd leren”

In de eerste drie blogs is aandacht besteed aan de manier waarop het leerproces in gepersonaliseerd onderwijs wordt vormgegeven. In de laatste blog in deze serie over gepersonaliseerd leren gaan we dieper in op de manier waarop toetsing wordt vormgegeven in het gepersonaliseerd onderwijs.

De dierenschool: een fabel

George Reavis, een onderwijsvernieuwer uit de jaren ’30 van de vorige eeuw, schreef eens een fabel genaamd ‘de Dierenschool’. Samengevat gaat het verhaal als volgt: Op een dag besloten de dieren dat het tijd werd om een aantal problemen uit de wereld op te lossen, dus richtten ze een school op. Het curriculum bestond uit rennen, klimmen, zwemmen en vliegen, en alle dieren werden op dezelfde manier in alle vakken onderwezen. De eend kreeg voor zwemmen de hoogste score, maar rennen en vliegen was niet aan haar besteed. Doordat ze bijles kreeg in rennen, had ze zulke vermoeide pootjes dat haar score voor zwemmen ook achterbleef. De eekhoorn was kampioen in klimmen, maar vliegen was problematisch: hij wilde van boom naar boom vliegen, maar de leraar wilde dat hij op de grond zou starten. Hierdoor raakte hij oververmoeid en had hij uiteindelijk voor alle vakken een onvoldoende. Ook voor het konijn zat het niet mee: hij was het beste van iedereen in rennen, maar door al het extra huiswerk voor zwemmen en vliegen raakte hij zo gestrest dat hij voortijdig van school af ging. De havik was een probleemleerling. Tijdens het klimmen was hij snelste in de boomtoppen maar omdat hij het op zijn eigen manier wilde doen, werd hij in een time-outvoorziening geplaatst. Uiteindelijk behaalde een paling aan het einde van het jaar de hoogste gemiddelde score omdat hij heel goed kon zwemmen, en ook kon rennen, klimmen en een beetje vliegen. De prairiehond kwam nooit naar school, omdat graven niet officieel als vak werd erkend. Daarom liet hij zijn kinderen onderwijzen door een das. Na een poosje toonde ook een wild zwijn belangstelling voor de graaflessen en samen richtten ze een privéschool op die een groot succes werd. De officiële dierenschool werd gesloten, tot opluchting van de dieren.

Evalueren van leerlingen

De manier waarop de dieren in bovenstaande fabel beoordeeld worden, is typerend voor veel scholen: alle leerlingen worden op dezelfde wijze beoordeeld zonder rekening te houden met de kwaliteiten en tekortkomingen van de leerling. In het gepersonaliseerd onderwijs echter wordt de leerling niet geëvalueerd op basis van gestandaardiseerde normen, maar op basis van zijn eigen opgestelde leerdoelen. Op die manier ontstaat een eerlijker beeld van de individuele vooruitgang, dan wanneer elke leerling aan de hand van dezelfde maatstaven beoordeeld wordt: in het gepersonaliseerd onderwijs wordt de leerling met zichzelf vergeleken in plaats van met een extern criterium. Van belang is dat de leerdoelen van de leerling op maat én uitdagend zijn. In zijn rol als leerprocescoach begeleidt de leerkracht de leerling in het opstellen van deze passende en uitdagende doelen. Het gevolg is dat iedere leerling andere leerdoelen heeft; de leerdoelen zijn immers individueel. Het opstellen van leerdoelen vanuit leerlijnen is in de tweede blog uit deze serie uitgebreider aan de orde geweest.

Vormen van toetsing

Binnen het onderwijs kennen we twee vormen van toetsing: summatieve toetsing en formatieve toetsing. Met summatieve toetsing wordt een eindbeoordeling bedoeld die middels een cijfer beschrijft in hoeverre de leerling een criterium heeft behaald. Deze vorm van evaluatie wordt veel ingezet in het traditionele onderwijs. Methodetoetsen aan het einde van het blok zijn een voorbeeld van summatieve toetsing. Formatieve toetsing vindt gedurende het gehele leerproces plaats en is bedoeld om het leerproces te bevorderen. Binnen het gepersonaliseerd onderwijs wordt het gebruik van formatieve toetsing aangemoedigd. Waar je eerst ieder blok afsloot met een toets, kun je als volgende stap elk blok starten met een toets. Zo kun je het niveau van de leerlingen in kaart brengen om hen op die manier te begeleiden bij het opstellen van een passend leerdoel. Als laatste stap kun je de methode- en starttoetsen loslaten en de ontwikkeling van de leerling volgen en bijsturen via de leerlingvolgsysteemtoetsen en het leerlingportfolio. Feedback neemt een centrale rol in in formatieve evaluatie. Volgens Hattie (2013) is feedback een heel krachtig middel om het leerproces te bevorderen. Hattie en Timperley (2007) beschrijven dat leerlingen tijdens het ontvangen van feedback op drie vragen antwoord moeten krijgen: Hoe doe ik het nu? Naar welk leerdoel werk ik toe? Wat moet ik doen om vooruitgang door te maken? Deze vragen corresponderen met respectievelijk feedback, feed up en feed forward (Hattie & Timperley, 2007). Op https://www.youtube.com/embed/LjCzbSLyIwI vind je een video die dieper ingaat op deze drie vormen van feedback.

Voortgang van leerlingen volgen

Eén van de manieren om inzicht te hebben in de ontwikkeling en voortgang van de leerlingen is het gebruik van portfolio’s waarin het werk van de leerlingen wordt opgeslagen. Op die manier heb je snel inzicht in de opgestelde leerdoelen en de mate waarin deze leerdoelen behaald zijn. Dit kan zowel een digitaal portfolio als een papieren portfolio zijn. Deze portfolio’s kunnen ook gebruikt worden bij leergesprekken of ouderbijeenkomsten om de voortgang van de leerling te bespreken. Overigens hoeft het product waarop de leerling beoordeeld wordt niet per se een gestandaardiseerde toets te zijn. Sterker nog, omdat in het gepersonaliseerd onderwijs veel aandacht is voor de integratie van (21e-eeuwse) vaardigheden, zijn andere leerproducten wenselijk. Als het bijvoorbeeld gaat om thema gelinkt aan wereldoriëntatie, is het schrijven en presenteren van een werkstuk ook een heel geschikt leerproduct. Op die manier vergroot de leerling zijn kennis van een onderwerp op het gebied van wereldoriëntatie en integreert hij eveneens diverse 21e-eeuwse vaardigheden: informatievaardigheden, begrijpend lezen, schrijfvaardigheid, spelling en grammatica, communicatievaardigheden, ICT-basisvaardigheden en diverse denkvaardigheden. Daarnaast kunnen leerlingen middels andere leerproducten dan toetsen ook hun eigen, unieke talenten (bijvoorbeeld sportieve, muzikale of sociale talenten) ontwikkelen. Op die manier kunnen de leerlingen zich ook als persoon met unieke talenten en vaardigheden ontwikkelen. Wanneer je graag wilt werken met leerlingportfolio’s, is Social Schools een goede mogelijkheid. Zij bieden digitale leerlingportfolio’s aan die ook inzichtelijk zijn voor ouders. Daarnaast kunnen hierin ook de leerdoelen worden opgeslagen. Social Schools is daarmee heel geschikt voor het gepersonaliseerd onderwijs.

 

Beoordelen van het leerproces

Ook datgene waar de dieren op beoordeeld worden in deze fabel is typerend voor veel scholen: het gaat om het eindresultaat en niet om de weg ernaartoe. In het gepersonaliseerd onderwijs is het leerproces net zo belangrijk als het leerproduct: welke stappen heeft de leerling gezet om zijn doel te behalen? De beoordeling van het eindproduct zegt immers niets over zaken als doorzettingsvermogen, samenwerking en zelfregulering. Door het leerproces te beoordelen, kun je deze aspecten wel meenemen. Het evalueren van het leerproces is ook een extra controle voor de mate van uitdaging van het leerdoel. Een leerling die een leerdoel heel gemakkelijk behaalt, heeft dus een leerdoel opgesteld dat niet uitdagend genoeg was. Als leerprocescoach dien je deze leerling dus extra te begeleiden bij het opstellen van een passend leerdoel.

Leerkrachten

Niet alleen de leerling ontwikkelt zich in het gepersonaliseerd onderwijs, ook de leerkracht groeit door de tijd heen. De manier van onderwijs verzorgen is in het gepersonaliseerd onderwijs immers heel anders dan in het traditionele onderwijs. Van de leerkracht worden dan ook andere vaardigheden gevraagd. Daarom is het nodig om als leerkracht ook zelf leerdoelen te stellen om aan te werken, eventueel met een coach on the job. Op die manier creëer je als school een gemeenschap waarin door zowel leerkrachten als leerlingen geleerd wordt.

Een middel om de ontwikkeling van leerkrachten in het gepersonaliseerd onderwijs in kaart te brengen en leerdoelen op te stellen, is de door Edupos ontwikkelde Leerkrachtwijzer. Dit is een observatie-instrument dat als doel heeft het meten van de leerkrachtkwaliteit en is afgestemd op de jongste leerkrachtkwaliteitseisen van de Onderwijscoöperatie. De leerkracht heeft in het gepersonaliseerd onderwijs vier rollen, namelijk de rol van organisator, inhoudsdeskundige, leerprocescoach en pedagoog. Door de teruggekoppelde rapportage krijg je inzicht in eigen ontwikkeling als leerkracht in het gepersonaliseerd onderwijs, en ontdek je waar je nog verder kunt groeien. Doordat in de rapportage ook eerder behaalde scores op de Leerkrachtwijzer worden weergegeven, ontstaat een volledig beeld van jouw ontwikkeling. Wil je meer weten over de Leerkrachtwijzer of coaching on the job? Ga dan naar www.leerkrachtwijzer.nl of neem contact op met Edupos via info@edupos.nl.

Bronnen:                                                   

Hattie, J. A. C., & Timperley, H. S. (2007). The Power of Feedback. Review of Educational Research, 77, 81-112. doi:10.3102/003465430298487.

Hattie, J. A. C. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven.

Top